Gepost
2014/08/27
Ook in het afgelopen kwartaal heeft er geen kentering plaatsgevonden. De grote dienstverleners die voor Nederland, de Benelux, of een andere regio waar de Nederlandse omzet dominant is, rapporteren, zagen hun gezamenlijke IT dienstenomzet met 5,0% krimpen in vergelijking met een jaar geleden. Dat is maar marginaal beter dan de 6,3% krimp van het eerste kwartaal. Net als in het eerste kwartaal zit de pijn vooral bij Atos en bij KPN. Ordina, Logica en Capgemini doen het eigenlijk niet eens zo slecht met een bijna stabiele omzet. Intussen zien we wel dat de Benelux-vestigingen het qua winstgevendheid zeer goed doen. De kunst van het winstgevend krimpen, heeft men aardig onder de knie.
Nog altijd heeft het realiseren van een gezonde marge prioriteit nummer 1 bij de dienstverleners in de ACCKO Index. Hoewel enkelen de wens uit durven te spreken te willen gaan groeien, is men alleen bereid om dat te doen zonder grote risico’s voor de winstgevendheid. De investeringen die worden gedaan in nieuwe dienstverlening (Big Data, Internet der Dingen, cloud) hebben vaak meer te maken met voorsorteren – heel belangrijk overigens - dan met afslaan. Dat daardoor tijdelijk marktaandeel verloren gaat, neemt men voor lief.
KPN haalt de bezem erdoor
Sinds KPN IT Solutions (ITS) geïntegreerd is binnen KPN Zakelijke Markt, worden de prioriteiten duidelijk verlegd. De nadruk komt steeds minder op de grootzakelijke markt voor IT infrastructuur dienstverlening te liggen en meer op totaaloplossingen voor de gehele markt. Hoewel de rol van grote IT infrastructuur dienstverlener niet wordt opgegeven, is men wel heel kritisch naar bestaande contracten gaan kijken. Contracten die er - met name qua winstgevendheid – niet meer bijpassen, worden uitgefaseerd. De historisch sterke krimp van 15% moet voor een belangrijk deel dan ook in dit licht worden beschouwd. Maar los daarvan zorgen de veranderingen en bijkomende onrust ook voor een druk op de omzet.
Atos krijgt het gat niet gevuld
Net als in het vorige kwartaal, zucht de omzet van Atos Benelux onder een aantal zeer grote verloren contracten, waarbij men het ergste nog niet eens heeft gehad. De verwachtingen voor de omzetontwikkeling binnen Atos Benelux blijven voor de komende zes (!) kwartalen flink negatief. Toch weet Atos daar knap mee om te gaan: hoewel de Benelux de sterkst krimpende regio van Atos is, heeft het de hoogste operationele marge (10,1% over het eerste half jaar). Hoewel het verlies van enkele grote contracten stevig op de omzet inhakt en het lek daar boven water zal moeten komen, ziet de onderliggende basis er (verder) niet zo slecht uit.
Atos heeft in ieder geval te maken met een probleem waar veel outsourcing marktleiders momenteel mee te maken hebben: de omslag naar virtuele/cloud-oplossingen, bijvoorbeeld op de werkplek. De contracten die vijf jaar geleden zijn afgesloten, schieten hopeloos tekort in een sterk gemobiliseerde werkplekomgeving. Als leverancier kan je echter moeilijk toegeven dat je dienst, die je met de klant bent overeengekomen met weinig ruimte voor innovatie, niet voldoet. Een nieuwkomer kan daardoor eenvoudig prijsschieten en met een radicaal nieuw concept het contract binnenslepen.
Capgemini weer bijna stabiel
In het tweede kwartaal heeft Capgemini de omzetkrimp weten te beperken tot 1,2%. De krimp wordt geweten aan de blijvend zwakke economische omgeving in Nederland. De krimp komt vooral bij Sogeti vandaan waar men een stapje terug moet doen. Bij Capgemini zelf zijn de resultaten wat gemengd. Er wordt vooral nieuwe omzet gerealiseerd op het gebied van infrastructuur outsourcing, waar Capgemini in het verleden in Nederland nooit een sterke rol heeft weten te realiseren. Juist daardoor kan men nu succesvol als “challenger” in deze markt opereren.
Ook de winstmarge heeft men het afgelopen kwartaal weer wat weten te verbeteren. Ook Capgemini gaat het winstgevend krimpen dus goed af. Capgemini heeft verder aangegeven om te mikken op een nulgroei in de tweede helft van dit jaar. Dit zou te realiseren zijn, nu nieuwe contracten omzet beginnen op te leveren, maar uiteraard heerst er nog wel enige onzekerheid omtrent deze verwachting.
CGI is terug van weggeweest
Hoewel CGI nog steeds een beetje onder de radar lijkt te opereren, worden er positieve signalen uit het Canadese kamp ontvangen. Waar de omzet van de CEE regio (grotendeels Nederland) in het eerste kwartaal nog met 6% kromp, was de omzet in Q2 stabiel (-0,3% in euro’s). De krimp werd in belangrijke mate veroorzaakt voor niet-winstgevende contracten die beëindigd zijn. Nu dat verlies genomen lijkt te zijn, laat CGI CEE een keurige stabiele omzet zien. Krimp in de energiesector en de telecommarkt, wordt gecompenseerd door uitbreidingen van contracten bij de overheid. De winstmarge (Adjusted EBIT) ligt keurig op 9,9%, zei het dat het zonder eenmalige baten 2 á 3% lager zou uitkomen.
Er is ook rust in de tent. Waar baas Nederland Ron de Mos enige tijd geleden opschoof binnen de CGI-gelederen, is oudgediende en interim-directeur Sake Algra aangesteld als zijn vervanger. Onder zijn hoede, moet CGI verder de slag maken van detacheerder naar een meer projectgerichte dienstverlener die het innovatieve potentieel dat in ruime mate aanwezig is, beter benut.
Ordina kijkt door een roze Google Glass
Ook bij Ordina is er onder aan de lijn stabiliteit. Er zitten nogal wat grillige omzetpatronen binnen de verschillende sectoren. De omzet binnen de overheid is in Q2 ineens gaan stijgen en in Finance zet de rustige groei in iets minder sterke mate door. Binnen de industrie en de gezondheidszorg zien we echter krimp –de omzet in de zorg kromp ineens met 12% doordat enkele Belgische farmaceuten minder uitgaven. Wat de business units betreft, groeide sourcing (niet te verwarren met outsourcing) sterk, maar krimpen alle andere business units nog altijd. Financieel gezien, wordt Ordina steeds sterker: de winstmarge is nog niet sterk, maar blijft maar verbeteren en de schuldpositie is bijna geheel afgebouwd.
Mooi om te zien is dat Ordina sterk vooruit probeert te kijken. Men weet in welke sectoren een “nationale kampioen” sterk moet zijn en investeert daarin. Maar vooral kijkt men ook verder vooruit naar hoe opkomende technologie het leven van mensen kan gaan veranderen. Hoewel maar een beperkt aantal organisaties er op korte termijn veel in zal investeren, biedt het grote kansen voor de lange termijn. Er lijkt dus goed voor te worden gesorteerd, maar het is ook een kwestie van lange adem.
Nieuwe twijfels in de markt
Hoewel de uitspraken over de verwachtingen door de tweede helft van 2014 licht positief zijn, ontstaan er toch steeds meer twijfels over het herstel in de markt. Zo lijkt de XP-inhaalrace inmiddels vrijwel te zijn afgerond, blijft cloud druk zetten op de volumes en gaat het nog lang duren voordat het Internet der Dingen een grote impact heeft op de budgetten. Belangrijker is echter dat de groei in de eurozone vertraagd en de vrees voor een nieuwe recessie steeds sterker wordt. Met de zorgen over de relatie met Rusland en onrust in het Midden-Oosten, ontbreekt het aan de nodige rust als basis voor zelfs een voorzichtig economisch herstel. Deze onzekerheid heeft een drukkend effect op de bereidheid om te investeren in technologie in de rest van dit jaar. Het kleine plusje voor de Nederlandse IT dienstenmarkt dat Pb7 een kwartaal geleden nog verwachtte, lijkt een klein minnetje te gaan worden.
|
|
|
|
|
|
|