Gepost

2014/06/12

Op fora zoals deze* gaan nog altijd met regelmaat voor- en tegenstanders van “de cloud” met elkaar op de virtuele vuist. Maar terwijl ik naar de presentaties van de genomineerden voor de Nederlandse EuroCloud awards kijk, dringt mij helemaal niet de vraag op of je nou wel of niet de cloud in moet, maar wordt steeds duidelijker dat organisaties zich een hele andere vraag moeten stellen: waar kan ik het me niet veroorloven om de cloud te negeren?

*Dit blog is eerder gepubliceerd op Blogit.nl

Als één ding de afgelopen jaren duidelijk is geworden, dan is het wel dat er voor de meeste organisaties geen urgentie bestaat om hun hele hebben en houwen in de cloud te zetten. Veel applicaties kunnen als het moet decennia zonder al te veel problemen gewoon hun werk blijven doen. Dat na enkele decennia de houdbaarheidsdatum daarvan ook overschreden wordt, wordt duidelijk als we kijken naar de problemen waar bijvoorbeeld banken en de Belastingdienst (die aangaf dat ze in essentie werken op een systeem dat in 1968 is gebouwd), maar geeft tegelijk aan dat de tijd niet voor iedere toepassing even snel verstrijkt.

Voor sommige toepassingen gaat de tijd niet langzaam, maar juist heel snel. Met snelheid heb je, als we het eenvoudig houden, twee dingen nodig: een gaspedaal en een rem. Als je de race wil moeten, moet je snel kunnen accelereren om ervoor te zorgen dat je niet wordt ingehaald of dat je juist je concurrenten inhaalt. Steeds meer markten worden ontwricht door nieuwkomers met nieuwe business modellen. Om snel nieuwe functionaliteit en capaciteit bij te schakelen, kunnen cloudoplossingen veel bijdragen, maar zijn ze niet altijd noodzakelijk. Om het zonder cloud te doen, moet je wel tijdig en voldoende ruim je middelen inslaan. De uitdaging is dan niet zozeer de snelheid, maar de bocht die er onvermijdelijk aan zit te komen. Met een cloudoplossing kan je remmen, zodat je de bocht in kunt sturen zonder eruit te vliegen.

Bij de genomineerden van EuroCloud Awards zie je dat maar al te goed terug. Door gebruik te maken van cloudoplossingen worden belangrijke investeringsrisico’s voor groei weggenomen. Dat geldt zowel voor hele jonge bedrijven die stuk voor stuk met de hoofdprijzen er vandoor gingen: Agrimore (tuinbouw), met behulp van CSC, en Fundaments (onderwijs) wonnen als beste cases in de publieke en private sector; eVerbinding (samen met Vanenburg) werd als beste start-up beoordeeld en Fortierra (ook met Vanenburg) als beste cloud product. Maar ook voor bijvoorbeeld voor fabrikant Bosal die dankzij een door EyeOn geïmplementeerde cloudoplossing van Anaplan een veel betere balans heeft weten aan te brengen tussen de benodigde verkoopvoorraden en de productie in Europa en de concurrentie weer volop aan kan.

Ook in het onderzoek van Pb7 Research zie ik dit telkens terug. De beste voorspeller voor het vinden van cloudoplossingen is de aanwezigheid van groei of (andere) snelle verandering. Waar een workload snel groeit, wordt vaak een cloudoplossing gezocht. Waar een workload onvoorspelbaar is (maar niet per se groeit), groeit het cloudgebruik veel minder snel. En waar de workload stabiel is, ontbreekt de urgentie voor het zoeken naar een cloudoplossing. Dat betekent in de praktijk dat vooral waar een directe digitale interface met consumenten (denk aan de lancering van nieuwe digitale producten, customer engagement, etc.) en werknemers (denk aan de snel veranderende werkplek) wordt gecreëerd, cloud een stevige opmars doormaakt. Dat zijn immers de plekken waar de eisen aan functionaliteit het snelst veranderen. Kortom: als u wilt weten waar u cloudoplossingen zou moeten overwegen, ga dan op zoek naar waar uw organisatie het snelste gaat, of, nog beter, waar u graag zou willen versnellen.